Afgelopen weekend vierde mijn oudste zoon zijn verjaardag. Het cliché ‘ze worden zo snel groot’ gaat hier ook op. Hij kreeg een fiets en dat zag er ineens zo hoog en wijs uit. Tijdens het fietsen roept hij steeds ‘welke heb jij nu mam?’ en dan moet ik zeggen in welke versnelling ik fiets, want hij heeft er nu ook 3 en schakelt steeds naar een andere versnelling. Met 3 de berg op en in z’n 1 eraf 😁. Nu kan hij met zijn tenen maar net bij de grond en dat vindt hij eng. Dus toen we gister met elkaar gingen fietsen wilde hij op zijn oude fiets, blijven bij wat vertrouwd is. En dat gaat tot schreeuwen toe want hij is bang. Bang dat hij valt als hij moet remmen bij een stoplicht, bang om zich te bezeren, bang om klem te komen zitten. Hij is dan niet om te praten want hij heeft weinig vertrouwen om het te proberen. En dus bedachten we een alternatieve oplossing: hij ging op z’n fiets en als hij het aan het einde van de straat nog steeds niet fijn vond gingen we terug om zijn oude fiets te halen. Dat was oké voor hem, zo had hij de keuze om te stoppen en de mogelijkheid om het tóch te proberen. Uiteindelijk viel het mee. Voor ons logisch, wisten we al, natuurlijk kan hij het, maar voor hem iets wat hij moet ervaren om het te geloven. Een mooi voorbeeld hoe we vertrouwen kunnen leren en laten voelen! En nu hopen dat hij snel een paar centimeter groeit 😉.
sep
10